Interview met Joep Sporck

Als ik naar mijn reguliere bioscoop ga, kijk ik altijd op de filmposters die ik daar overal zie hangen of ik de componist herken. Het was fijn om Joep Sporck te zien als componist voor de langverwachte Nederlandse film Kruimeltje. Ik heb Sporck al een aantal keer ontmoet in Polen tijdens het Krakau Filmmuziekfestival, waar hij ook de FMF Young Talent Award in 2016 heeft gewonnen. Op dit moment woont hij in Los Angeles, het kloppend hart van de filmmuziek. Gelukkig vonden wij een gaatje op 17 december om via Skype over zijn carrière en zijn muziek voor Kruimeltje te praten, die vanaf 5 februari 2020 in de Nederlandse bioscopen draait.

Joep Sporck ontvangt The Young Talent Award tijdens het FMF in Krakau

Anton Smit: Laten we met een simpele vraag beginnen. Hoe ben je als Limburger in Los Angeles terecht gekomen?

Joep Sporck: In de afgelopen tien jaar, toen ik in Nederland echt actief was in de film- en de TV-wereld, kwam het nooit echt helemaal van de grond. Ik kon nooit echt pitchen op de grotere projecten. Op een gegeven moment ben ik aanraking gekomen met filmmuziekcompetities in Poznan en Krakau in Polen. Via daar heb ik heel veel connecties gekregen in Los Angeles. Dat heeft mij gewoon overgehaald om ook een keer naar Amerika toe te gaan. Ik heb daar heel veel componisten leren kennen. Chad Cannon, een goede vriend van me, is ook componist. Daar ben ik een aantal keer op visite geweest hier in Los Angeles en hij heeft mij gewoon dingen laten zien. Ik ben gestart met het schrijven van library muziek, en uiteindelijk ook custom trailer muziek voor grotere films, dat soort dingen. Uiteindelijk liep dat totaal uit de hand omdat ik alleen nog maar voor LA-klanten aan het werk was. Voor ProjectSAM, het sample-library-bedrijf waar ik bij werkte, was ik overdag aan het werk en in de avond en nacht werkte ik voor Los Angeles. Dat was gewoon heel echt heftig qua tijd: ik was gewoon altijd aan het werk. Op een gegeven moment werd het gewoon duidelijk dat het grootste gedeelte van mijn werk en geld uit Amerika kwam. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. De kans om hier naar toe te komen die lag er eigenlijk dus, omdat ik al hier werk had. Toen hebben mijn vrouw en ik de knoop doorgehakt om vanuit Maastricht een poging te wagen naar Los Angeles. Dat heeft een jaartje of twee geduurd voordat het echt is gelukt met het visum en dergelijke. In de tussentijd kreeg ik alleen maar meer en meer werk. Zo is het best soepeltjes gelopen zeg maar. 

AS: Wat doe je dan nu voornamelijk in Amerika?

JS: Wat ik voornamelijk voor Amerikaanse klanten doe, is op maat trailermuziek schrijven. Dat is de grootste bezigheid, bijvoorbeeld voor Cats heb ik de eerste trailer en twee tv-spots gemaakt. Zij zijn dan echt op zoek naar trailermuziek met de bestaande muziek van Andrew LLoyd Webber en een stukje eigen compositie en dat breng ik samen. Voor The Incredibles 2 heb ik aan een groot gedeelte van de trailer gewerkt. Met de bestaande filmmuziek, in die bigband-filmmuzieksound, wilden ze in combinatie met de trailersound een nieuw stuk muziek hebben. Soms schrijf ik ook echt autonome composities op maat voor trailers. Dat is echt mijn grootste opdrachtgever hier en daarnaast assisteer ik bijvoorbeeld ook bij andere speelfilms met additionele muziek, programmeren van samples of orkestraties. Tussendoor schrijf ik ook nog voor Nederlandse producties met connecties die ik dan nu al heb. Die wil ik niet laten gaan, want het is natuurlijk alleen maar leuk om die link te blijven houden.

AS: De muziek die voor je voor trailers schrijft, wordt dus door een zeer grote groep bioscoopbezoekers gehoord. Wat doet dat met je?

JS: Dat is raar, als je kijkt naar hoeveel views The Incredibles 2 trailer op YouTube heeft, maar ook The Nutcracker and the Four Realms, het zijn miljoenen mensen die jouw muziek horen. Ik vond het al raar om dat te beseffen met filmmuziek, want ik kwam meer uit de live-performance-wereld. Je werkt een intense periode aan een score en het gaat de bioscoop in. Je hoeft daarna niks meer te doen. Het draait iedere dag, honderden, duizenden mensen zien het, maar jouw werk is al gedaan. Het voelt ook heel erg goed, dat zoveel mensen het horen. 

AS: Naast deze trailermuziek en wat kleinere producties in Nederland, heb je nu de muziek gecomponeerd voor Kruimeltje wat een veel grotere productie is en in februari in de bioscoop komt. Het is gebaseerd op een kinderboek. Voor het schrijven van de muziek, had je al beelden gezien of had je eigenlijk al een beetje in gedachten waar je muzikaal met die film heen wou? 

JS: Ik had heel weinig kennis over Kruimeltje. Ik had de oude film uit 1999 nog nooit eerder gezien. Ik ben begonnen met die film te bekijken, maar de nieuwe film heeft veel meer een hedendaagse sound dan de oude. Ik heb gepitched op twee scènes uit Kruimeltje en daar heb ik vooral geprobeerd mijn eigen ding te doen, wel orkestraal, maar altijd een soort van link naar hedendaagse muziek: een bepaald lijntje, een bepaalde instrumentatie. Ik denk dat het gewoon een tijdloos verhaal is. Wat centraal staat is de ondeugendheid van Kruimeltje, die kun je in alle tijden plaatsen. Het heeft even geduurd voordat ik wist waar ik heen wou. Ik heb er even aan moeten schetsen, maar uiteindelijk kreeg het toch vrij snel vorm. 

Wat ik gewoon heel erg belangrijk vind in zo’n soort film is dat er mooie thematiek en melodieën in zitten. Dat is toch iets wat ik vaak mis in hedendaagse filmmuziek: het echt durven gaan voor heel veel melodieën, in plaats van alleen maar actiemuziek of bepaalde texturen. Ik wilde gewoon echt voor de melodie gaan en het verhaal leende zich daar echt heel mooi voor. Ik heb bepaalde thema’s geschreven die ergens symbool voor staan, maar die je op heel veel manieren kunt inzetten. Dat kwam vrij natuurlijk tot stand bij het schetsen. Ik heb een week aan alle thema’s geschetst en de beelden inspireerden ook enorm. Ik ben echt heel erg onder de indruk van de kwaliteit van de film. 

AS: Dus de thema’s en melodieën zijn voornamelijk bedoeld om ideeën en personages te benadrukken? 

JS: Soms een personage, in deze film zijn er een aantal personages die thema’s hebben, maar ik heb bijvoorbeeld ook voor een bepaalde emotie een thema geschreven. We noemden dat het eenzaamheids-thema. Dat heeft midden in de film een hoogtepunt en na het hoogtepunt evolueert het naar een mooi thema, een optimistisch gevoel. Dus van eenzaamheid werkt dezelfde melodie naar het einde van de film toe. Het is een soort van dubbele werking: personage en emotie.

AS: Als men naar de film gaat, waar zouden de bezoekers muzikaal op moeten letten?

JS: Zoiets wat ik net beschreef. Hoe eenzelfde thema heel verdrietig kan klinken en daarna heel erg optimistisch en hoe dat evolueert. Verder werken we in de film ook naar een bepaalde gebeurtenis toe, die ik nog niet ga vertellen. Het heeft in ieder geval te maken met de trompet en een western gevoel, dat zie je in de film ook opkomen. Dat zie je ook op de poster: Kruimeltje heeft daar een cowboyhoed op en dat is ook wel een element waar we muzikaal naartoe werken. Het Kruimeltje-thema is eigenlijk meer een motief dan een thema, het is vrij compact. Het komt ook op heel veel verschillende manieren terug, zoals heroïsch en spannend maar ook verdrietig. Daar ben ik wel trots op hoe we dat, door de hele film heen, vorm hebben kunnen geven.

Joep Sporck tijdens het componeren van Kruimeltje – © Joep Sporck

AS: De film heeft dus elementen van een Western. Daarbij denkt men altijd een bepaalde muziekstijl. Deze muziek wil je waarschijnlijk terug laten komen, maar aan de andere kant waarschijnlijk ook weer niet. Was dit een uitdaging?

JS: Ja, dat is wel een uitdaging. Ik heb natuurlijk wel naar Ennio geluisterd, maar ik heb mij niet te veel aangetrokken van de productie van Ennio Morricone. Als je naar zijn muziek luistert, herken je echt een muzikale en productionele handtekening in zijn mix. Veel panning bijvoorbeeld, dat is de plaatsing in het stereobeeld, van individuele onderdelen. De karakteristiek daar is heel erg mooi. Hele gekke ‘reverbs’: zogenaamde galmpjes. Ik heb wel de western-sound qua muziek willen neerzetten, maar niet zozeer qua mix en qua productie. We hebben het meer hedendaags proberen te houden. 

AS: Ik moet die film dan maar in de bioscoop samen met alle kinderen om mij heen gaan zien. Of is het een film die voor de volwassen ook een leuke belevenis?

JS: Ik moet eerlijk toegeven, tot op de laatste dag van het schrijven, heb ik nog steeds moeten lachen om bepaalde scènes die gewoon echt heel slim zijn gefilmd en zijn geschreven. Ik vind het echt een film voor het hele gezin.

AS: Maar na het zien van zo’n scène, kijk je dan gelijk hoe je dat muzikaal wilt ondersteunen?

JS: Ja, dat was ook heel erg grappig, sommige dingen hoef je helemaal niet te ondersteunen omdat ze zo goed van zichzelf waren. Ik zie zo’n film voor het eerst met temp-track (red: de scènes zijn voorzien van al bestaande muziek, meestal uit andere films). Ik heb hem ook een keer helemaal bekeken zonder. Er zijn een aantal momenten die ontiegelijk goed overeind blijven zonder muziek en dat zijn ook de momenten waarop ik eigenlijk van te voren al denk, dat ik daar niet te veel mee wil doen. Als je dingen gaat benadrukken of daarin gaat sturen dan doe je eigenlijk af aan de kwaliteit wat het al is, dat vind ik dan jammer. Daar heb ik echt geprobeerd om rekening mee te houden, door soms heel subtiel eraan te werken. Of er niks onder te zetten.

AS: Hoe was het om in Amerika een Nederlandse film te scoren?

JS: Ik ben in Nederland geweest voor een ontmoeting met de regisseur, editor en sounddesigners en hebben we samen de film gekeken. Ik ben echt gestart toen ik hier terug was. Het godsgeschenk van tijdsverschil betekende eigenlijk dat ik overdag kon werken. Ik stuurde het ‘s avonds op, werd wakker en ik had feedback. Het stond klaar en ik kon meteen doorgaan. Af en toe gewoon ook skypen met de regisseur in mijn ochtend, zijn avond. Het was een soort van round-the-clock werkcircuit, wat heel erg prettig aanvoelde. Wat ik soms in Nederland wel eens had, was dat ik lang moest wachten op feedback, omdat je in dezelfde tijdzone zit, dat was op deze manier wel heel erg prettig. Daar heb ik een voordeel uit kunnen halen, want het was echt zes weken lang nonstop knallen. 

AS: Dus je hebt het niet gemist dat je niet op elke moment kon sparren met de regisseur, door het tijdsverschil?

JS: We hebben van te voren de hele film gespot. We hebben goed overlegd wat we willen met bepaalde scènes, dus dat idee had ik al vrij snel. Het is ook wel eens geweest dat ik iets heb gemaakt wat niet helemaal volgens zijn visie was, maar dat gebeurt heel vaak en hoort gewoon bij je werk. Ik had echt het geluk dat ik zes weken heb kunnen werken met een gelockte versie (red: de scènes zijn klaar en worden niet meer bewerkt), wat vrij uniek is. Dat was heel prettig dat dat er gewoon lag, die timing. 

AS: Met die gelockte versie, waar begin je dan met componeren? Je hoeft dan niet bij het begin van de film te beginnen.

JS: Ik ben met een aantal hele belangrijke scènes begonnen. Ik had de thema’s nog niet. Ik ben zeg maar thema’s gaan schrijven op beeld. Het eenzaamheids-thema is een van de belangrijke thema’s midden in de film en is daar ook op zijn langst. Daar heb ik de langste versie van de melodie en de meest uitgewerkte, daar ben ik mee begonnen. Het Kruimeltje thema had ik eigenlijk al met de pitch gemaakt, die lag er eigenlijk al en heb ik alleen nog wat verder uitgewerkt. Dus ik heb een paar belangrijke scènes verspreid door de film gedaan, daarna ben ik toch naar het begin gegaan en heb ik mij naar het einde gewerkt. Het voelde als een hele prettige manier om deze film aan te pakken. Ieder project is gewoon daarin anders. 

Ik heb voor dit project ook een dag live muzikanten opgenomen. In iedere scène hoor je live elementen. Ik heb zelf banjo, gitaar, slidegitaar, mandoline, mondharmonica en percussie gedaan. Ik heb een groep strijkers, een solo trompet, een solo klarinet en solo hoorn opgenomen en mijn vrouw Sarah heeft er ook in gezongen in een van de belangrijke eindscènes. Dus overal zitten live elementen in, soms wat meer en soms wat minder. Op het moment dat je kiest voor live-opnames, betekent dat op het moment dat al je scènes zijn goedgekeurd, je in totaal nog anderhalve week aan de slag kunt. Ik heb ook hulp gehad met het orkestreren. Ik heb het wel hier in Los Angeles opgenomen, zodat ik er zelf bij kon zijn. Ik had liever een kleinere groep muzikanten en meer controle, dan remote in het Oostblok opnemen en de muzikanten die hierop spelen zijn ook echt de top van de top uit LA en dat hoor je ook echt terug. 

AS: Was de regisseur bij de opnames aanwezig of gaf hij je zijn volste vertrouwen?

JS: Hij was niet aanwezig en gaf het volste vertrouwen, dat was echt te gek en heel erg fijn. 

AS: Om af te ronden, wilde ik je nog een paar algemene vragen stellen. Je hebt ervaring met pitchen voor regisseurs en componeert ook dingen buiten de filmmuziek met je trailerprojecten. Heb je nog goeie tips voor beginnende componisten?

JS: Ja. Mijn grootste tip, en die geef ik ook nog steeds aan mijzelf, is dat je vooral moet doorgaan en niet de hoop op moet geven. Deze business bestaat vooral voor een groot deel uit afgewezen worden. Je maakt heel veel werk dat niet gekozen wordt, maar dan moet je gewoon keihard door blijven werken en niet opgeven en dan komt het wel. Het feit dat je gevraagd wordt om te pitchen is al een bewijs dat je goed genoeg bent. Als je niet wordt gekozen, wil niet zeggen dat je muziek slechter is. Het kan te maken hebben met muzikale voorkeur van een producent of regisseur, dat heb je niet in de hand. Het is vooral een kwestie van echt keihard doorbijten.

Joep talking to fans (en collega componist Matthijs Kieboom rechts) tijdens het FMF in Krakau in 2015

AS: Je maakt muziek voor trailers en muziek voor familiefilms. Trailermuziek is volledig anders. Zie je dat als twee aparte dingen of merk je dat de invloeden van het ene genre in het andere sluipt?

JS: Je hebt altijd een voordeel als je meerdere dingen kunt. Ik merk in mijn filmmuziekschrijven dat mijn productiekwaliteit vanuit de trailermuziek mij heel erg helpt om dingen beter te laten klinken, qua mixage en productie. Bij trailermuziek merk ik heel erg, omdat ik veel filmmuziek maak en ken, dat ik daar heel veel voordeel uit kan halen bij bijvoorbeeld een custom trailerpitch zoals The Incredibles 2. Ik ken die muziek van binnen en van buiten. Ik hou van melodieën schrijven en dat zie je nauwelijks in trailermuziek en daar haal ik mijn voordeel ook weer uit. Voor één trailer heb ik meestal 24 uur de tijd voor twee en een halve minuut muziek. Het is echt heel erg snel werken. Het is een hele fijne wisselwerking. Er zit heel veel overlap in terwijl het totaal andere dingen zijn. Trailers zijn heel erg ‘over the top’ en bij filmmuziek kun je soms met iets heel kleins, iets heel mooi groots laten zien. Ik heb altijd een voorkeur voor filmmuziek. Daar kun je veel meer mee vertellen en veel meer mee bereiken.

AS: Tot slot, hoe ziet de toekomst er voor je uit?

JS: Voorlopig blijf ik hier in Los Angeles wonen en werken. Hier ligt gewoon heel veel werk voor me. Ik had mijzelf altijd gezien als filmmuziekcomponist, maar ik denk dat ik langzaam maar zeker moet erkennen, dat ik trailer- en filmmuziekcomponist ben. Daar schaam ik mij helemaal niet voor. Het zijn twee hele aparte takken in de filmmuziekindustrie en daar wil ik mij gewoon echt op focussen. Ik zou heel graag een project als hoofdcomponist in Amerika willen gaan regelen, maar daarnaast wil ik gewoon absoluut actief blijven op de Nederlandse filmmuziekmarkt, want daar worden gewoon hele mooie dingen gemaakt. Dus het is nog heel erg gespreid en alles is mogelijk. Ik heb het met die trailers al heel erg druk genoeg. Ik heb genoeg te doen! 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *