Interview met Gustavo Santaolalla

Spoilerwaarschuwing: in dit interview worden belangrijke plotpunten uit de games en televisieserie The Last of Us besproken.

Tijdens het Krakau Film Music Festival had ik het voorrecht om met de Argentijnse componist Gustavo Santaolalla te mogen spreken, die Oscars heeft gewonnen voor zijn muziek voor Babel en Brokeback Mountain. Hij is ook verantwoordelijk voor de iconische muziek voor het spel en de televisieserie The Last of Us. Tijdens het interview, dat op 28 mei 2025 plaatsvond, bespraken we de game, zijn invloeden en natuurlijk zijn iconische instrument: de ronroco.

Anton Smit: Ik ben Anton Smit uit Nederland. Hartelijk dank voor dit interview.

Gustavo Santaolalla: Ik ben al meerdere keren in Nederland geweest, om te spelen en ook gewoon op vakantie. Ik houd van Nederland. Ik ben ook een groot fan van de Vlaamse cultuur. Ik vind het geweldig. Ik ben een enorme fan van bepaalde Vlaamse schilders, zoals Bruegel, Van der Weyden en Van Eyck, en natuurlijk Hieronymus Bosch en Vermeer. Ik houd van ze allemaal. 

AS: Over België gesproken. U heeft de World Soundtrack Awards in Gent bijgewoond. Ik was daar ook en zat daar in een concertzaal vol jonge mensen, voornamelijk gamers. Er zit een volledig orkest op het podium en u komt het podium op, gaat zitten met uw ronroco en begint te spelen. Ik herinner me nog goed dat toen het stuk afgelopen was, er een moment van stilte viel en vervolgens het publiek een staande ovatie gaf omdat iedereen het zo mooi vond. Hoe is het mogelijk om zoveel emotie uit zo’n klein instrument te halen? 

Gustavo Santaolalla speelt The Last of Us tijdens de WSA in 2023

GS: Nou, een viool is ook een heel klein instrument en je krijgt er ongelooflijke emoties mee uit. Het is een instrument en het heeft te maken met wat je ermee wilt zeggen. Ik vond iets ongelooflijks in dat instrument, een soort unieke verbinding. Ik kan het niet uitleggen. Ik heb daar wel een leuk verhaal over. 

Ik heb veel verschillende dingen gedaan en doe dat nog steeds. Ik heb een flinke carrière opgebouwd, ook als producer. Ik heb meer dan honderd albums geproduceerd met allerlei soorten alternatieve muziek. Variërend van een groep als Café Tacuba en Juanes tot het Kronos Quartet voor een album met Mexicaanse muziek. Toen mijn carrière als producer op zijn hoogtepunt was, werd ik gevraagd om een compilatie van Jaime Torres samen te stellen. Jaime Torres is te vergelijken met Ravi Shankar, want hij is al overleden. Hij was de Ravi Shankar van de charango, een instrument dat verwant is aan de ronroco. Ik zag Jaime vaak optreden. Hij komt oorspronkelijk uit Latijns-Amerika: zijn ouders komen uit Bolivia, maar hij is geboren in Argentinië. Hij is een inheemse man. Als kind keek ik vaak naar hem op televisie. Hij speelde in de Misa Criolla en dergelijke en hij is altijd een geweldige charangospeler geweest.

Toen ik werd gevraagd om een compilatie van zijn hele carrière samen te stellen, ontmoette ik hem, en voor mij was het alsof ik de meester ontmoette. Ik neem al jaren dingen op met de ronroco, alleen voor mezelf. Ik breng platen uit en werk, maar dit was voor mezelf. Toen ik hem eenmaal had ontmoet, wilde ik hem dit laten horen, maar tegelijkertijd maakte ik me zorgen, omdat ik niet met hun techniek speel. Alle muziek die ik met de ronroco schrijf, klinkt niet per se als muziek uit het Andesgebergte. Sommige nummers klinken alsof ze uit Oost-Europa komen, zoals “Iguazu”, Afrika, of klinken oosters. 

Het heeft dus even geduurd. Later werden we goede vrienden, maar op dat moment was ik onder de indruk. Op een dag zei ik uiteindelijk: “Jaime, dit is iets wat een paar vrienden van mij doen.” Ik zei niet dat ik het was. Dus ik gaf het aan hem, en ongeveer drie dagen later belde hij me op en sprak hij me erop aan. Hij zei dat hij zich niet voor de gek liet houden en dat ik degene was die daar speelde. Ik bevestigde dat en zei dat ik niet met zijn techniek speelde. Hij zei dat er geen regels zijn voor hoe je speelt. Hij zei dat ik een plaat moest maken en deze moest uitbrengen, omdat mensen dit moesten weten. Dus verzamelde ik al mijn opnames. Ik maakte nog een paar opnames: één met hem en de andere was “Iguazu” en ik bracht het album Ronroco uit, dat 13 jaar van mijn leven omvat en zie wat er is gebeurd. Het opende de deuren naar films en dingen als Motorcycle Diaries en Amores Perros, met de ronroco, niet in Brokeback Mountain, maar in de meeste van mijn films en in The Last of Us. Ik heb iets met dat instrument. Jaime Torres zei dat ik de geest van dat instrument had gevonden. De wereld moest dit horen, en hij heeft me echt aangemoedigd om die plaat uit te brengen. Daarom heb ik dat album uitgebracht.

AS: The Last of Us is een videogame en daar hoort muziek bij, maar hoe heeft u die muziek geschreven? Heeft bedenker Neil Druckmann u het verhaal verteld? Had u al beelden gezien?

GS: Nee, maar stel je voor dat ik al een soort verhaal met mijn werk had gecreëerd dat al bekend was. Ik schrijf graag muziek vanaf het allereerste begin van een project, vanaf het script of gesprekken met de regisseur. Het beste voorbeeld hiervan is Brokeback Mountain, waar de hele soundtrack al klaar was voordat er ook maar één scène was opgenomen. Het geniale van Ang Lee was dat hij zei: “We gaan dit hier gebruiken, we gaan dit daar gebruiken, we gaan dit herhalen”. Dat was allemaal Ang. Hij had al de muziek al voordat hij begon met filmen. Hij liet het aan de acteurs horen, hij luisterde ernaar tijdens het filmen enzovoorts. 

Gustavo Santaolalla op het FMF

Toen ik aan het werk ging voor de game, was dat dus ook zo, want twee jaar later zie je pas hoe alles in een game tot stand is gekomen. Je begint dus eigenlijk met het verhaal en een paar tekeningen, en dat is het dan. Dat is in principe hoe ik werk. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik muziek voor een spel schreef. Ik had altijd het gevoel dat ik muziek voor een geweldig verhaal schreef. Daarom denk ik dat ik wist dat dit, in de handen van de juiste mensen, van alles kon worden: een speelfilm, een televisieserie, een poppentheater of een animatiefilm. Je kunt er alles mee doen, omdat het een geweldig verhaal is.

Er zijn geïnfecteerden, of zombies, en sommige mensen zeggen dat het verhaal weer daarover gaat, maar dat bevindt zich eigenlijk op de achtergrond. De kern van het verhaal is het menselijke aspect ervan. De dingen over ons als mensen met onze tegenstrijdigheden en onze morele dilemma’s. Ik bedoel, daarin doen wij mee, want vergeet niet dat in het eerste spel en ook in de serie, wanneer Joel en Ellie aan de westkust aankomen en naar de Fireflies gaan, waar ze aan het geneesmiddel werken, hij zich realiseert dat ze Ellie moeten doden om dat geneesmiddel te krijgen. Hij doodt de dokters, hij vermoordt iedereen. Ellie slaapt, en als ze wakker wordt, weet ze niet wat er is gebeurd, en in zekere zin voelen we ons goed daarbij, omdat we zoveel in dat personage hebben geïnvesteerd dat we ook niet wilden dat Ellie werd gedood. Maar dan, wanneer Abby in de game verschijnt, wordt dit morele dilemma duidelijker.

Dat is ook het geniale van Neil, dat je op een bepaald moment, nadat je je volledig in het spel hebt gestort en bijna de helft van The Last of Us – Part 2 met Ellie hebt gespeeld, plotseling met Abby aan het spelen bent. Nu sta je aan de andere kant, want Abby was de dochter van een van de vermoorde artsen die bezig was iets te genezen voor de mensheid. Deze morele dilemma’s vormen de kern van dit geweldige verhaal, deze tegenstrijdigheid. Daarom is het zo menselijk en zo echt. Daarom raakt het mensen zo. Het is niet voorspelbaar en het is in geen enkel opzicht Hollywood.

AS: Ik heb veel gehoord over jonge componisten die een specifiek traject volgen om Hollywood te bereiken door conservatoria en muziekscholen te volgen, te leren muziek maken met computers en orkestratie te studeren. Wat voor advies zou u hen vanuit uw unieke perspectief geven?

GS: Moet je horen, ik heb er niets op tegen, maar ik vertegenwoordig Hollywood helemaal niet. Geen van mijn projecten doet dat, maar ik heb daar niets op tegen. Het is gewoon zo dat we nooit met elkaar in aanraking zijn gekomen, omdat ze weten dat ik misschien niet de juiste persoon ben om andere soorten projecten te doen. Ik ben erg kieskeurig over wat ik doe. Ik zeg altijd dat mijn succes te maken heeft met wat ik heb gedaan, maar ook met de dingen die ik heb afgewezen.

Mijn advies heeft altijd te maken met discipline, met het hebben van een werkwijze. Dat is zo belangrijk. Ik ben dol op de uitspraak van Picasso: “Inspiratie bestaat, maar het moet ons werkend aantreffen”. Ik ga niet in op een stoel zitten wachten tot het lampje gaat branden. Ik werk en soms voel ik meteen een klik, soms kost het me uren, een dag of twee dagen om die klik te vinden. Het allereerste is om te blijven werken. Dat is belangrijk.

Ten tweede moet je je identiteit vinden. Wie ben je? Wat is je geluid? Wat wil je met een instrument zeggen? Wat wil je als artiest zeggen? Het is zo belangrijk om niet te denken: ik wil net als die zanger of die band zijn. Je kunt andere dingen bewonderen en ervan leren, maar je moet ontdekken wie je bent – je eigen identiteit. Als je dat eenmaal hebt gevonden, is het derde punt om vast te houden aan die visie, want sommige mensen zeggen dat ze het tijdelijk zullen gaan doen, maar daarna gaan ze doen wat ze eigenlijk zouden willen gaan doen. Voor mij werkt dat niet. Als je een goede werkethiek en discipline hebt, je echt je identiteit vindt en daar aan blijft werken, en je houdt je daaraan, dan gebeuren er vroeg of laat vanzelf dingen.

AS: Dus u komt in oktober naar Nederland voor een concert. Mijn laatste vraag is dan ook: wat kan het publiek van dat concert verwachten?

GS: Heel anders dan alles wat ik eerder heb gedaan, want mijn concerten worden altijd gekenmerkt door een enorme veelzijdigheid. Iets heel elektrisch, akoestisch, klassiek en heel rock. Dit concert gaat over de ronroco en over die wereld. Als je naar de albums Ronroco of Camino luistert, dan gaat het concert daarover. Het is ongelooflijk, want toen ik dit vorig jaar deed, was het behoorlijk succesvol. Dit is nu een veel grotere tournee, omdat het zo succesvol was. Ik wist niet eens wat het zou worden, want ik heb nog nooit een concert gedaan dat helemaal in één sfeer is, maar ik vond dat dit concert belangrijk is en dat het op dit moment een plaats heeft in de samenleving, met de wereld waarin we nu leven, en dat het concert een rol daarin speelt. Als je de kans hebt, mis het dan niet. Het is iets heel bijzonders!

AS: Ik wil u heel erg bedanken voor dit interview.

GS: Heel graag gedaan.

Met dank aan de organisatie van het Krakau FMF voor de interviewmogelijkheid,  Stefan Bosman voor het verzorgen van het geluid en Maurice Boeijen voor het maken van foto’s tijdens het interview.

Author

  • Anton Smit

    Anton is de oprichter van Soundtrackwereld. Nadat hij een tijdje af en toe over filmmuziek had geschreven, vond hij het tijd worden om een eigen site te creëren om muziek uit film, maar ook uit andere media, te promoten. Naast tijd te besteden aan deze website is Anton lid van de International Film Music Critics Association, werkt Anton in de IT en speelt hij tuba in een lokaal orkest.

    Bekijk Berichten

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *